Wandelen
Het Zwitserse kanton Wallis is zodanig rijk met bergwandel mogelijkheden gezegend, dat men er altijd velerlei keus heeft, in welk deel men zich ook bevindt.
Zo is er ook in de z.g. Goms d.i. het oostelijk deel van Wallis voorbij Brig, een aantal eenvoudige, doch interessante dagwandelingen mogelijk, zowel in de bergen ten N van de Rhône als in de zuidelijke zijdalen. Uit de vele mogelijkheden zijn enkele dagwandelingen geselecteerd welke leiden door een mooie landschappelijke omgeving; ze zijn niet moeilijk en meest ook niet van zeer langdurige aard. In de beschreven wandelingen worden vaak de aanwezige hoogtewegen gevolgd; soms ook wordt een top met een mooi uitzicht bestegen. Bij alle wandelingen zult u onder de indruk komen van de grootse natuur in dit gebied.
Tochtbeschrijvingen
1. Brig - Blatten - Sparrhorn (3021 m) via Belalp.
Per auto of postbus van Brig/Naters naar het dorp Blatten (ca. 1300 m) en van hier per lift naar de Belalp (ca. 2100 m). Van hier te voet verder in NO richting naar het Hotel Belalp (2130 m), vanwaar men reeds een prachtig uitzicht heeft op de wijde omgeving. Nu in NW richting naar boven, eerst langs de villa van de Engelse familie Tyndall (met het gedenkteken voor de natuurkundige John Tyndall). Na het bereiken van een plateau buigt het pad zich naar het NO. Later bereikt men de Z graat van de Sparrhorn; hierover, tenslotte vrij steil, naar boven. Totaal 3 uur vanaf het bergstation van de lift. Van de top een buitengewoon veel omvattend uitzicht dat reikt van Mt. Blanc en Gran Paradiso in het westen tot ver in het oosten en de gehele Penninische keten omvat. Ook van de Berner Alpen is een groot deel te zien, zowel van de bergen als van de gletsjers. Langs dezelfde weg terug (2 u tot de lift; totaalduur ca. 5 u).
2. Mörel - Riederalp - Bettmeralp - Aletschwald.
In Mörel per lift naar de Riederalp. Dan te voet verder, eerst nagenoeg vlak, in NO richting naar de Bettmer Alp (1 uur) over een hoogteweg met doorlopend mooi uitzicht op de Walliser Alpen. Nu (de helling Oostelijk uitwijkend indien nodig) langs een der vele paden in NW richting naar boven tot men bij het punt 2335 op het in W richting leidende pad naar het Aletschwald stuit. Hier zeer fraai uitzicht op Europa's grootste gletsjer, de Grosse Aletschgletscher. Dit pad nu in W, later ZW richting volgend tot het begin van het Aletschwald, een natuurpark van grote betekenis. Men vindt er vooral vele zéér oude Arven, een naaldboom die vrij weinig voorkomt. Men daalt nu af tot wat beneden het toeristische pad en neemt dan een der parallelle paden, wederom in ZW richting lopende dwars door dit unieke bos. Tenslotte weer iets stijgend naar de Rieder Furka, een soort pasovergang (circa 2020 m), waarop de Villa Kassel is gelegen. Deze villa, indertijd behorend aan familieleden van wijlen Lady Mountbatten, is nu ingericht tot kantoor en museum van het Naturpark Aletschwald; een bezoek aan de tentoonstelling daarin wordt sterk aanbevolen. Zowel van de vroegere bewoners als van de geschiedenis van het Aletschwald zijn er interessante dingen tentoongesteld. Nu terug in 20 minuten naar het bergstation van de lift. Totale duur van de tocht van/naar dit bergstation circa 5 uur.
3. a. Fiesch - Eggishorn.
In Fiesch per lift naar de Kühboden (2221 m). Men kan van hier met een lift verder naar de Eggishorn, maar dankbaarder is dit te voet te doen (ca. 2½ uur). De route leidt in O richting vrij vlak tot het punt 2181, dan flink stijgend tot punt 2448 en tot slot vrij steil, maar niet moeilijk, naar de top (2926 m). Het is een uitzichtsberg van de eerste orde, die zeer geliefd is. Niet alleen heeft men een heel mooi uitzicht op de Walliser Alpen, maar ook op de Grosse Aletschgletscher en de Berner Alpen. Nu via de Tälligrat afdalen naar de resten van de Märjelensee, ontstaan doordat de door de Aletschgletsjer gestuwde morene de afwatering belemmerde. Van hier een schitterend panorama over de gletsjer. De verdere weg leidt aanvankelijk in O richting over de uitlopers van de Tälligrat, later in Z richting geleidelijk dalend terug naar de Kühboden. Met de lift terug. Totale tijd 5 à 6 uur vanaf/naar Kühboden.
b. Belwald - Risihorn.
Vanuit Bellwald (1559 m) kan men ook een prachtige uitzichtsberg beklimmen: De Risihorn (2875 m). Men kan de 3 uur durende tocht aanzienlijk bekorten door gebruik te maken van de liften naar Richinen (2075 m) en het Steibenkreuz (2454 m). De klim gaat van daaruit in 1½ uur over Furggulti en Chuë naar de top. Voordat men die betreedt, moet men door een steenslagrinne, die door een ketting is beveiligd. Het uitzicht is overweldigend. Men bevindt zich recht tegenover de Wannenhorn en de Finsteraarhorn, terwijl alle bergen vanaf de Furkapass tot en met de Walliser ijsreuzen zichtbaar zijn.
4. Gommer Höhenweg en Rottenweg
Deze beide zijn bij uitstek geschikt voor dagen met minder gunstige weersomstandigheden. De Gommer Höhenweg loopt vanaf Bellwald ten NO van Fiesch met weinig hoogteverschillen langs de noordzijde van de Rhône, halverwege de hellingen, naar Oberwald (10 à 12 u in totaal); kan gemakkelijk in één der dorpen worden onderbroken. Onderweg mooie uitzichten op het dal.De Rottenweg (Rotten is de Duitse naam voor de Rhône) loopt langs de zuidoever van de Rhône tussen Ernen en Oberwald. Ook deze tocht kan in alle dorpen worden onderbroken. Men kan zeer wel (een deel van) de ene route kombineren met (een deel van) de andere route, dan wel zich verplaatsen met de hier verkerende Furka- Oberalp Bahn.
5. Nufenen pas - Passo Corno en Griespas.
De Nufenenpas vormt de enige met auto's berijdbaar directe verbindingsweg tussen de kantons Wallis en Tessin en is 2440 m hoog. Men heeft er een mooi uitzicht op de toppen van de Aletschgroep, deel van de Berner Alpen. Twee bochten vóór men aan de pas komt kan men de auto laten staan en te voet licht stijgend over een weg rechts in Z richting naar de Griessee, een stuwmeer, wandelen. Van hier mooi uitzicht op de Griesgletscher en de Blinnenhorn (3374 m). Nu links af omhoog door een terrein waar men nogal eens fraai getekende stenen kan vinden naar de Passo Corno (2540 m), waar enkele meertjes zijn (meestal met enkele drijvende ijsschollen erin), een 2e directe overgang tussen Wallis en Tessin. Van de Passo Corno steekt men de sneeuwvelden over in ZW richting (meestal reeds gespoord) en bereikt na korte tijd de Griespas (2462 m) op de Italiaanse grens. Iets beneden de pashoogte staat (reeds in Italië) een schuilhut van Scouting; vanaf dit punt mooi uitzicht op de omgeving van het Meer van Morasco en het bovendeel van het Val Formazza, ter plaatse Val Toce geheten. Bettelmatthorn, Hohsandsteinhorn en Ofenhorn sluiten het uitzicht ter rechterzijde af, de Tessiner Alpen dat ter linkerzijde. Totale duur van de wandeling 3 à 4 uur.
6. Binn - Albrunpas.
Vanuit het schilderachtige dorpje Binn (in het Binna-Tal) in O richting naar Feld (tot hier ook per auto) en nu aan de Z kant van de rivier blijvend, doch de Messer Bach kruisend, in O richting omhoog langs de Binna. Al spoedig passeert men enkele steengroeven; de streek is nl. bekend om zijn fraaie mineralen en men vindt er daarom altijd wel stenenkloppers aan het werk. Goed kijken, er is altijd wel iets te vinden. Bij Freichi (1880 m) steekt men de Binna weer over en vervolgt zijn weg aan de N oever. Op ca. 2090 m steekt men de Binna Z- waarts over en volgt het pad ZO-waarts, waarna men op 2269 m hoogte de Binntalhütte (Albrun Hütte) van de SAC passeert. Op ruim 2400 m bereikt men de overigens weinig uitzicht biedende pas en daarmee de Italiaanse grens. De terugweg kan men geheel langs de N oever van de Binna afleggen (deels rijweg). Totale duur van Feld: heen 3 uur, terug 2 uur, samen 5 uur.
7. Binn (Feld) - Geisspfad See.
De tocht begint men weer het beste in Feld, doch stijgt na het passeren van de Messer Bach langs een der groeven rechts het bos in (zie 6). Gedurende lange tijd blijft men in het bos vrij sterk stijgen, enkele malen een kleine alm passerend. Later wordt de route meer open en minder steil; na ca. 3 uur bereikt men enkele in een wijde dalkom gelegen meren, waarvan de grootste de Geisspfad See is (2439 m). Op relatief geringe afstand en slechts weinig hoger liggen enkele naar Italië voerende pasovergangen die weinig gebruikt worden. Het is een fraaie, rustige omgeving waarvan men hier kan genieten. Terug langs dezelfde route.
8. Binn - Heiligkreuz - Kriegalp Tal.
Een zeer stille wandeling voor hen die van eenzaamheid houden in een zeer weinig beroerde bergwereld. Men verlaat Binn langs het kerkje op de Z oever van de rivier en gaat via het beschaduwde pad aan de O zijde van het Längtalwasser in ca. 45 minuten naar het gehucht Heiligkreuz, waar zich een kapel uit de 17e eeuw bevindt welke bezichtigd kan worden. In de omgeving van de brug laat men de vrij druk bezochte route rechtdoor naar de Ritterpas liggen, maar wendt zich naar links waar men het Kriegalp-Tal ingaat. Het zeer smalle pad dat hier en daar dreigt dicht te groeien leidt via enkele kleine almen naar een meer open terrein. Het oversteken van de beek kan moeilijk zijn.Na ca. 4 uur vanaf Heiligkreuz bereikt men de Kriegalppas (2508 m) op de Italiaanse grens. Heen ca. 5 uur, terug ca. 3 uur.
9. Binn - Saflischpas - Brig.
Van Binn eerst naar Heiligkreuz en nu in W richting omhoog het Saflisch Tal in.Geleidelijk stijgend wordt een aantal almen gepasseerd; tenslotte door kaler gebied vrij sterk stijgend rechts omhoog in de richting Bettlihorn. Op een padenkruispunt links houden en nu vrij vlak naar de Saflisch pas (2565 m), een vrij wijde pas-overgang. Nu afdalen (aanvankelijk niet steil), steeds in ZW richting over de Rosswald-Alp.Men bereikt de Saflisch Hütte op 2068 m. Na enige tijd wordt Rosswald (1928 m) bereikt en spoedig daarna het bergstation van de lift naar Ried boven Brig. Tot hier ca. 5½ uur. Van hier met lift + bus dan wel te voet verder naar Brig. Opmerking: vanaf de Tanz Boden, dus voordat de Saflischpas wordt bereikt, kan de Bettlihorn worden beklommen (totaal ca. 2½ uur extra); het is een uitzichtsberg die een zeer veel omvattend uitzicht biedt (2951 m).
10. Simplon pas - Bistinepas - Gebidem - Visperterminen.
Tegenover het Hospiz op de Simplonpas gaat men een paralelle, verharde zijweg in die weldra leidt tot een systeem van parkeerpleintjes voor legervoertuigen en dergelijke. Op bijna de benedenste hiervan begint het pad naar de Bistinepas dat, aanvankelijk ca. 100 hoogtemeters dalend via het gehucht Blatten, spoedig stijgend in ZW richting langs de wand van het dal omhoog voert. Op ca. 2100 m hoogte buigt het zich naar het westen, steeds over almen met een rijk geschakeerde bloemenpracht, tot na ca. 2 uur de Bistinepas (2416 m; grote steenman) is bereikt. Fraaie uitzichten in het Nanztal, op de Bietschhorn, op de Monte Leone groep en op de ijswereld van de Weissmies en belendende vierduizenders. Men daalt nu 600 hoogtemeters af in het NanzTal en stijgt aan de westzijde ervan weer 400 m omhoog naar de Gebidempas (2201 m) en de iets lager gelegen Gebidem See (2193 m), een wijde vlakke pasovergang. Men daalt af door het bos naar Giw (met het bergstation van een stoeltjeslift naar Visperterminen) en vervolgens naar het dorp Visperterminen zelf. Dit is temidden van de beroemde wijntuinen gelegen van welke druiven de Heida wijn wordt gemaakt, die door kenners zeer gewaardeerd wordt. Totale duur van de wandeling ca. 6 uur.
11. Simplon-Dorf - Laggin-Tal.
Zelfs aan de meeste Zwitsers is het onbekend, dat er "voorbij" de Simplon pas nog een stukje Zwitserland ligt, dat veel natuurschoon bevat. Zo loopt enige kilometers voorbij Simplon Dorf een voetpad het op enkele almen na volstrekt verlaten Laggin Tal in. Het pad begint 200 m vóór de grote haarspeld begint (evt. auto parkeren) en begint als een zeer smal paadje (geen wegwijzer). In ruim een uur loopt men het dal tot de Alte Stafel door. Men ziet o.m. de aftakking die leidt naar het Laggin Biwak (SAC, 2746 m) dat door klimmers gebruikt wordt als uitgangspunt voor beklimmingen van Fletschhorn en Lagginhorn. Men kan de tocht vervolgen door een zigzaggend, sterk stijgend pad te volgen naar een soort plateau ruim 500 m hoger, waarop o.m. een idyllisch meertje (2037 m), is gelegen ten Z0 van de Alte Stafel. Van hier kan men terug, vrijwel op hoogte blijvend via een pad langs de westhellingen van Galihorn en Guggilihorn naar het zadel Furggu (1871 m), vanwaar men steil dalend in NW richting kan afzakken naar Gabi (Gstein). Van hier in korte tijd over de rijweg terug naar het beginpunt van de wandeling. Overal op deze tocht kan men genieten van de weelderige natuur, waarin 's zomers een overvloed van (wilde) frambozen, aardbeien en bosbessen is te vinden. Totale duur van de tocht circa 5 à 6 uur.
12. Gondo Schlucht en Zwischenbergen Tal.
Deze vindt men in dezelfde 'hoek' van Zwitserland. De Gondo-Schlucht is een woeste kloof, waar doorheen de rivier zich schuimend een weg baant. De grote weg Simplon-Domodossola loopt er doorheen; daarom legt men dit stuk het beste per auto af, mede omdat er nogal wat tunnels en galerijen zijn. Vlak voor de douanepost in Gondo slaat de zijweg in het Zwischenbergen Tal rechtsaf, welke vele kilometers in het verrassend lange dal doorloopt. Men kan rijden tot ca. 1 km voorbij het stuwmeer (parkeerterrein). Men vindt er dan weer dezelfde weelderige natuur als vermeld in 11 hierboven. Achter in het dal vindt men een uitgestrekte vlakte, de Gmein Alp en men heeft er fraaie uitzichten op Weismies (4023 m) en de Portjen Grat (ca. 3600 m) met hun gletsjers. Terug langs dezelfde weg.
13. Simplon-Dorf - Goldweng - Distinenbodmen
Een vrij moeilijke tocht over de westhellingen van Laggin Tal, alleen geschikt voor geoefende bergwandelaars. Vanuit het dorp in Z richting naar boven en de Laui Graben kruisende naar het gehucht Weng. Nu na korte tijd zigzaggend omhoog door rotsachtig terrein. Over de uitlopers van de Wenghorn naar Goldweng, een wat vlakker deel. Vrij vlak blijvend naar de ruines van de nederzetting Feriche (ca. 2100 m). Men zet de weg in ZZW richting voort en bereikt op ca. 2400 m hoogte de Distinenbodmen, een soort plateau. Van hier zeer fraai uitzicht over Laggin-Tal, Gondo-Schlucht, Monte Leone-groep, alsmede de nabijgelegen Fletschhorn, Lagginhorn, weissmies en de gletsjers. De verdere weg naar het Lagginbivak wordt afgeraden. De terugweg gaat langs dezelfde route als de heenweg.
Opmerkingen
Dit zijn enkele voorbeelden van de talrijke mogelijkheden in Wallis. In het chalet is ook veel informatie hierover te vinden. Tevens zijn ook gidsjes en kaarten te koop (bij het toeristenbureau!).
Copyright © 2005-2013 bellwald-waldhoorn.nl. Alle rechten voorbehouden.nhoud hier intoetsen